Zaterdag 19 september 2015 • 10 reislustigen: Frans en Marian Van Den Berghe, Astrid en Jack Huizinga, Pie en Gea de Jong, Renée Bijl, Aaltje Weites, Liesbeth en Johan Fluks • verslag: Marian Van Den Berghe
De dag begint met een zonnetje afgewisseld met bewolking maar zonder regen. Hopelijk blijven de weergoden ons goedgezind. Na een klein maar vervelend oponthoud vertrekken we met drie auto’s richting Westerkwartier. Het is een uitgelezen dag voor een mooie toeristische route door het vlakke Groningerland gecombineerd met het gezellige en lommerrijke landschap van onze buurprovincie Drenthe. We zullen ook dicht bij de Friese grens komen, maar deze net niet bereiken. Via Harkstede, Waterhuizen, Haren, Paterswolde/Eelde, Bunne, Lieveren, Roden, Zevenhuizen, Jonkersvaart en Nuis komen we aan op onze eerste bestemming: ’t Steenhuis in Niebert. Na 1 ½ uur toeren ruiken we de koffie en is een lekkere wafel met warme kersen en slagroom een goed begin van de middag.
De rondleiding gaat door de sfeervolle ingerichte kamers van het museum dat ondergebracht is in de grote schuur van het oude steenhuis. Het huis zelf wordt nog bewoont. Rond het steenhuis licht een mooie tuin met boomgaard en er staat een 200 jaar oude beuk met een omvang van 6 meter. In de prachtig getransformeerde schuur heeft men verschillende situaties uit vroegere tijd, waaronder een aantal werkplaatsen van oude ambachten nagebouwd.
Een volledig uitgeruste bakkerij, een kapperszaak, een schildersatelier, een kroeg, een schoolklasje en natuurlijk een volledig ingerichte keuken en woonkamer met bedsteden.
Alles was tot in detail uitgewerkt en zag er heel netjes en verzorgd uit. Sommigen uit ons gezelschap zouden er zo willen gaan wonen. Het gemis van wasmachine, telefoon, internet en televisie blijkt voor de meesten echter een onoverkomelijke hindernis. Ook het oude ‘overlevingskistje’ van prinses Irene hebben we kunnen bewonderen.
Even na half vier vertrekken we richting Nuis voor een bezoek aan het museum ’t Rieuw. Een nieuw maar in oude stijl opgetrokken boerenbedoening. Het is museum is gelegen naast de Coendersborg.
Aangezien het zonnetje uitbundig schijnt, zet ons gezelschap zich neer op het erf achter de boerderij. Hier worden we getrakteerd op koffie en heerlijke, nog een beetje warme Poffert met boter en/of stroop. De dag kan niet meer stuk.
De rondleiding die volgt brengt velen van ons weer terug naar vroegere tijd toen de koeien nog met de hand gemolken werden en het gras nog met simpele middelen werd gemaaid, gekeerd enz. Het begin van de mechanisatie in en rondom de boerderij is in dit museum heel goed zichtbaar gemaakt. Ook hier is alles netjes en goed onderhouden.
De door ons gespotte karwats met houtworm en de door de zon verbleekte informatiekaartjes werden natuurlijk door ons aan de vrijwilligers doorgegeven. Daarvan akte. Ze zouden het in de wintermaanden als het museum gesloten is, allemaal bij langs gaan.
Voor de laatste etappe van deze reis vertrekken we om 17.30 uur richting Marum en strijken neer in het restaurant van de ‘Heerlijkheid’. Hier laven we ons aan het eerste drankje op rekening van de vereniging en volgt er een heerlijk 3-gangenmenu en nemen we allemaal als ‘toetje’ de verassing van de chef als afsluiting van een ontspannen maaltijd.
We bedanken Aaltje voor het organiseren van deze uitstekend verzorgde reis en rond acht uur keren we allemaal met een voldaan gevoel huiswaarts, gewoon via de snelste route: de A7.
Een nieuwe toeristische route bewaren we gewoon voor het volgend jaar als we weer op reis gaan.